…maar tóch dat podium op stapte

Het is 13 juni 2012. Ik ben zenuwachtig. Gelukkig is het mijn tweede keer in Las Vegas, dus ik word niet helemaal omvergeblazen, maar het rinkelt, piept en knippert overal om me heen. Al is het pas 8:30 ‘s ochtends, tussen de fruitmachines zitten doorrookte types grote glazen whiskey weg te tikken. Men zegt dat ze extra zuurstof in casino’s pompen, zodat je langer wakker blijft. Ik ben echter al high van de zenuwen.

Vandaag moet ik in een conferentiezaal van Ceasar’s Palace de bioscoopwereld vertellen over de mogelijkheden van een digitale projector. Wat mij betreft is het de democratisering van de bioscoop. Eenmalige voorstellingen zijn nu makkelijk. Je hoeft geen celluloid meer aan elkaar te plakken. Je kunt nu zelf bepalen wat er draait in de bioscoop en via een group-buying platform zorgen dat je favoriete film op je verjaardag in de bioscoop draait.

Mijn PowerPoint is klaar en mijn verhaal van twaalf minuten heb ik zo vaak geoefend dat ik het achterstevoren kan vertellen. Ik ben ruim op tijd voor mijn technische doorloop, doe de deur open naar de zaal… en schrik me wezenloos. Twee en een half duizend stoelen zijn er veel meer als je ze voor je ziet. Ze staan in vier blokken met looppaden ertussen. Links en rechts van het podium hangen popconcertschermen, zodat de achterste rij mijn klamme zweet ook kan zien. Ik lever mijn usb-stick in bij de regie.

De zaal is enorm en leeg. Ik krijg een headset en uitleg dat ik mijn presentatie op de monitoren op het podium kan volgen. De generale is een drama. Ik stotter, twijfel aan alles en weet niet meer wat de beste aanpak is.

De rest van de ochtend kijk ik naar andere sprekers. De ontbrekende rij bij de damestoilet verklapte het al: ik ben de enige vrouw op het podium en de enige onder de vijftig. So far voor innovatie in de filmsector. Maar ik krijg er steeds meer lol in, want wat ik ga vertellen is zó anders. Wanneer ik eindelijk op het podium sta, heb ik er zin in. Mijn verhaal komt er vlot uit en ik negeer de schermen om me heen. Het gaat goed en ik krijg zelfs een lach uit de zaal. De rest van de conferentie word ik vaak aangesproken.

Nu, 12 jaar later, weet ik dat dit het begin was van een bijzondere periode met veel spreekbeurten over innovatie en nieuwe businessmodellen. Na die zaal met duizenden mensen durfde ik ook te pitchen voor wedstrijden en financiers. Ik stond steeds meer ontspannen op podia, won awards en schudde zelfs de hand van de kroonprins van Denemarken. Maar wat ik vooral leerde, was dat je het gewoon moet doen. Niet bang zijn of je laten wegblazen door de grootsheid van een event, mensen die ouder zijn of meer ervaring hebben. Laat je nooit mansplainen. Omarm dat je anders bent of denkt, en geloof in je verhaal, dan word je vanzelf interessant voor anderen. Ook in een ander land.

Deze column werd gepubliceerd in “Ondernemen in Spanje”, september 2024